Inleiding
In het Treasurystatuut is vastgelegd dat periodiek wordt gerapporteerd over de voortgang van de treasury activiteiten zoals weergegeven in de treasuryparagraaf van de begroting van het lopende jaar.
Algemene ontwikkelingen
Meer informatie
Interne ontwikkelingen
Interne ontwikkelingen
Geldmarkttransacties
In de periode januari tot en met augustus 2019 zijn er geen kortlopende leningen aangetrokken.
Kapitaalmarkttransacties
Aangetrokken langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met augustus 2019 zijn er geen langlopende geldleningen aangetrokken.
Overgenomen langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met augustus 2019 zijn er geen langlopende geldleningen overgenomen.
Verstrekte langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met augustus 2019 is er een langlopende geldlening verstrekt ad €300.000 aan de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer voor de financiering van de verbouwing in de Bodenloods in het Havenkwartier (B&W besluit 26 maart 2019).
Externe ontwikkelingen
Externe ontwikkelingen
Schatkistbankieren
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo uitkomen, moet stallen bij het Rijk. Voor de gemeente Deventer geldt dat het saldo vanaf €2,2 miljoen automatisch wordt afgeroomd. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De hoofdreden van deze verplichting is om het EMU saldo op Rijksniveau terug te dringen. Een bijkomende reden is dat gemeenten (en andere lagere overheden) op deze wijze geen risico’s lopen op hun uitgezette gelden.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet bedraagt voor 2019 €29,2 miljoen. In 2019 is in de maanden januari t/m juni gebruik gemaakt van schatkistbankieren.
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt voor 2019 €2.577.000 en moet per kwartaal worden geplaatst tegenover het gemiddeld op dag basis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen. Dus tegenover het gemiddelde van alle gemeentelijke bankrekeningen.
In het tweede kwartaal is dit drempelbedrag nog overschreden met €1,3 miljoen. Hier staan overigens geen sancties tegenover. Eind juni 2019 zijn de afgesproken maatregelen nog verder aangescherpt om binnen de limiet van schatkistbankieren te werken.
De maatregelen betreffen:
- Nog frequenter betalen van voorschotten inzake de ontvangen belastingopbrengsten: sinds begin juli 2019 in plaats van tweewekelijks naar wekelijks aan de gemeenten van DOWR zodat het gemiddeld saldo van de betreffende BNG belastingrekening lager zal zijn;
- Het periodiek afromen van een bankrekening waar permanent sprake is geweest van een gemiddeld hoog saldo (kortom een te hoog ijzeren voorraad aan liquide middelen) en begrenzing maximum saldo bankrekening. Dit laatste aspect houdt in dat automatisch afroming moet gaan plaatsvinden naar de BNG hoofdrekening.
De verwachting is dat vanaf het derde kwartaal 2019 wel geheel binnen de limiet van schatkistbankieren wordt gewerkt.
Renteontwikkeling
Een belangrijke factor bij de uitvoering van het treasurybeleid is het verloop van de geld- en kapitaalmarktrente. De visie ten aanzien van de renteontwikkeling is medebepalend voor het te volgen financieringsbeleid. De gemeente baseert haar rentevisie op de verwachtingen van een aantal grootbanken.
Een substantiële verhoging van het toekomstig rentebeeld is niet erg waarschijnlijk.
Verwachtingen: Prognose over 12 maanden | ||||
Rentevisie | Visie begroting 2019: | Visie begroting 2019: | 12 maanden renteverwachting | 12 maanden renteverwachting |
ABN AMRO | -0,33% | 1,20% | -0,55% | 0,35% |
ING | -0,25% | - | -0,40% | - |
Rabobank | -0,28% | 1,20% | -0,31% | 0,10% |
Belfius | -0,25% | 1,55% | -0,35% | 0,25% |
Commerzbank | -0,25% | 1,30% | -0,49% | 0,25% |
Gemiddeld | -0,27% | 1,31% | -0,42% | 0,24% |
De hiervoor vermelde rentepercentages zijn zogenaamde “kale rentes”. Financiële instellingen berekenen hier bovenop een opslag voor risico’s, kosten en winst. Voor gemeenten ligt deze momenteel, afhankelijk van de looptijd tussen de 0,1% - 0,4%.
Uit de meest recente rentevisie (Thésor Marktperspectief 22 augustus 2019) blijkt dat naar verwachting de kapitaalmarktrente nog steeds laag zal blijven. Marktpartijen verwachten dat de rentetarieven in de eerste helft van 2020 op het huidige niveau of lager zullen zijn.
Gemeentefinanciering
Meer informatie
Leningenportefeuille
Leningenportefeuille
De omvang van de leningenportefeuille bedraagt per 1 januari 2019 afgerond €331 miljoen.
Hieronder is de omvang van de leningenportefeuille tot 1 augustus 2019 schematisch weergegeven.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
Leningenportefeuille | Bedrag | Toelichting |
Stand per 1 januari 2019 | 331,2 | |
Contractuele aflossingen tot en met juli 2019 | 12,0 | nog af te lossen in 2019: €0,1 miljoen: dus in totaal €12,1 miljoen |
Nieuwe leningen tot en met juli 2019 | 0,0 | |
Stand per 1 augustus 2019 | 319,2 |
Risicobeheer
De te lopen risico’s in relatie tot treasury zijn onder te verdelen in renterisico’s, kredietrisico’s en valutarisico’s. Omdat de gemeente Deventer niet handelt in verschillende valuta, zijn er geen valutarisico’s. Verder zijn er met betrekking tot kredietrisico’s geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Wij beperken ons daarom tot de renterisico’s.
Renterisicobeheer
De Wet Fido kent een tweetal instrumenten om de renterisico’s binnen de perken te houden, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet wordt bij aanvang van de begroting (begrotingstotaal afgerond €344 miljoen) vastgesteld en bedraagt voor 2019 €29,2 miljoen; de limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5%) van de begrote gemeentelijke lasten.
Deze limiet geeft de toelaatbare omvang aan van de netto vlottende (kortlopende) schuld. Het verloop van de kasgeldlimiet vertoonde in het tweede en derde kwartaal 2019 het volgende beeld.
(bedragen x €1.000) | |||||||||
Verloop stand kasgeldlimiet 2019 | 1 jan | 1 feb | 1 maart | 1 april | 1 mei | 1 juni | 1 juli | 1 aug | 1 sept |
1. Vlottende schuld | 0 | 2.587 | 5.834 | 7.635 | 3.199 | 3.187 | 0 | 0 | 0 |
2. Vlottende middelen | 17.941 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.010 | 9.608 | 11.103 |
3. Saldo | 17.941 | -2.587 | -5.834 | -7.635 | -3.199 | -3.187 | 11.010 | 9.608 | 11.103 |
4. Kwartaalsaldo | 3.173 | -4.674 | 10.574 | ||||||
Kasgeldlimiet | 29.240 | 29.240 | 29.240 | ||||||
Overschrijding (-) ruimte (+) | 32.413 | 24.566 | 39.814 |
De kasgeldlimiet is in het tweede en derde kwartaal 2019 niet overschreden. Iedere 3 maanden wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een te verwachten langere termijn overschrijding van de kasgeldlimiet dient tot consolidatie van de vlottende schuld te worden overgaan en dienen daardoor langlopende financieringsmiddelen te worden aangetrokken.
De provincie neemt maatregelen wanneer de kasgeldlimiet in 3 opeenvolgende kwartalen wordt overschreden.
Renterisiconorm
Renterisiconorm
De renterisiconorm is geïntroduceerd om de renterisico’s op langlopende financieringsmiddelen in te perken. De jaarlijkse renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering mogen niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De begrote renterisiconorm voor 2019 bedraagt €68,8 miljoen.
De toets van de renterisico’s aan de hand van de renterisiconorm verloopt dan als volgt:
(bedragen x €1 miljoen) | ||
Opstelling rentelasten | Begroting 2019 | 1e en 2e kwartaalrapportage 2019 |
Renterisico's op vaste schuld | ||
1a. Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,00 | 0,00 |
1b. Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,00 | 0,00 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0,00 | 0,00 |
3. Aflossingen | 12,10 | 12,10 |
4. Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3) | 12,10 | 12,10 |
Rente risiconorm | ||
5. Stand van de begroting per 1 januari | 344 | 344 |
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentages | 20,00% | 20,00% |
7. Rente risiconorm | 68,80 | 68,80 |
Toets rente risiconorm | ||
8. Rente risiconorm (7) | 68,80 | 68,80 |
9. Renterisico op vaste schuld (4) | 12,10 | 12,10 |
10. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) | 56,70 | 56,70 |
In 2019 zal ruimschoots worden voldaan aan de rente risiconorm.
Renteresultaat
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Projectfinanciering is in het verleden zeer beperkt toegepast. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. Voor de begroting 2019 is deze becijferd conform de berekening van het percentage op grond van de regels in besluit begroting en verantwoording (BBV) en geldt een percentage van 2,5%. Voor de toerekening aan de grondexploitaties geldt een percentage van 2,4%. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan de gemeente interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen, en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal), oftewel het vreemde vermogen. In het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente zoveel mogelijk gebruik zal maken van de intern beschikbare financieringsmiddelen.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
Renteresultaat | 1ste kwartaalrapportage 2019 | 2de kwartaalrapportage 2019 | Verschil | |
Rentelasten | ||||
Rente korte financieringsmiddelen | - | - | - | |
Rente langlopende geldleningen | 8,87 | 8,85 | -0,02 | |
Rente eigen financieringsmiddelen | 0,53 | 0,53 | 0,00 | |
Rentebijdrage exploitatie | - | - | - | |
Cw wethouderspensioen | 0,14 | 0,14 | 0,00 | |
Cw verliesvoorziening grondbedrijf | 0,95 | 0,97 | 0,02 | |
Totaal lasten | 10,49 | 10,49 | 0,00 | |
Renteopbrengsten | ||||
Doorberekening aan activa i.v.m. kapitaalbeslag | 10,81 | 10,76 | -0,05 | |
Totaal opbrengsten | 10,81 | 10,76 | -0,05 | |
Renteresultaat | 0,32 | 0,27 | -0,05 |
Het verschil in renteresultaat wordt met name veroorzaakt door:
- Boekwaarden per 1 januari 2019 (eindstanden Jaarrekening 2018) wijken af ten opzichte van de begroting 2019.